Het kabinet heeft afgelopen dinsdag bekend gemaakt de werktijdverkorting-maatregel in te trekken en hiervoor het Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid in de plaats te roepen. Een aantal voordelen van deze nieuwe regeling zijn:
- de nieuwe regeling is op basis van het verlies in omzet, hierdoor wordt de vergoeding eerlijker verdeeld over de werkgevers die het hardst getroffen worden;
- de regeling geldt voor alle werknemers, dus ook voor oproepkrachten;
- de regeling heeft geen impact op het toekomstig WW-recht van werknemers;
- het UWV keert een voorschot uit. Bij de oude regeling werd de vergoeding pas achteraf uitgekeerd.
Wat houdt de nieuwe maatregel in?
- Er komt een nieuwe regeling, los van de ontheffing op werktijdverkorting en de Werkloosheidswet (WW);
- werkgevers kunnen een aanvraag indienen voor een substantiële tegemoetkoming in de loonkosten en hiervoor van UWV een voorschot ontvangen;
- hiermee kunnen zij werknemers met een vast en met een flexibel contract gewoon doorbetalen;
- de tegemoetkoming kan in ieder geval voor 3 maanden aangevraagd worden, met de mogelijkheid tot verlenging (eventueel onder andere voorwaarden) met nog eens 3 maanden.
Wanneer kom ik in aanmerking voor de nieuwe maatregel?
Er zijn een aantal voorwaarden welke zijn gesteld om voor de nieuwe maatregel in aanmerking te komen:
- bij de aanvraag committeert de werkgever zich vooraf aan de verplichting géén ontslag op grond van bedrijfseconomische redenen aan te vragen voor zijn werknemers gedurende de periode waarover de tegemoetkoming ontvangen wordt;
- de aanvrager verwacht tenminste 20% omzetverlies;
- de aanvraag geldt voor een periode van 3 maanden, die eenmalig verlengd kan worden met nog eens 3 maanden (aan de verlenging kunnen nadere voorwaarden worden gesteld);
- de regeling ziet op omzetdalingen vanaf 1 maart 2020.
Hoe hoog is de vergoeding op basis van de nieuwe maatregel?
De hoogte van de tegemoetkoming in de loonkosten is afhankelijk van de terugval in omzet, maximaal 90% van de loonsom. Hieronder enkele voorbeelden van hoe de relatie tussen omzetdaling en hoogte van de tegemoetkoming uitwerkt:
- als 100% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 90% van de loonsom van een werkgever;
- wanneer 50% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 45% van de loonsom van een werkgever;
- als 25% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 22,5% van de loonsom van de werkgever.
Het UWV keert op basis van de aanvraag een voorschot uit van 80% van de te verwachten tegemoetkoming. Door het UWV zal worden vastgesteld wat de werkelijke daling in omzet is geweest. Het kan zijn dat bij de definitieve vaststelling van de tegemoetkoming een correctie plaats vindt, omdat er sprake is geweest van een daling van de loonsom.
Er is aangekondigd, dat er voor aanvragen boven een nog te bepalen omvang, een accountantsverklaring vereist is. Wij kunnen hier dan uiteraard bij helpen. Neem hiervoor contact met ons op.
Meer informatie kan gevonden worden op de site van de Rijksoverheid.
Heeft u vragen over dit onderwerp? Of hulp nodig bij het aanvragen van de maatregel, neemt u dan contact op met één van onze adviseurs.